123Digit Media

Digitale ongelijkheden bij jongeren: voorbij de mythe van de “digital native”, clichés doorbreken en begeleiding versterken

De hardnekkige mythe van de jongere die “natuurlijk digitaal” is

De Franse socioloog Pierre Bourdieu waarschuwde ervoor om “jongeren” niet te beschouwen als een homogene sociale groep. Integendeel, volgens hem is “de jeugd slechts een woord1(bekende formule uit een tekst uit 1978). Dit betekent dat de categorie “jongeren” een sociale constructie is: onder één label worden mensen samengebracht die heel verschillende sociale posities, trajecten en kapitalen (economisch, cultureel, sociaal) hebben.

Al twee decennia lang worden jongeren bestempeld als “digital natives”, een zogenaamd spontaan digitaal vaardige generatie omdat ze met schermen in de hand geboren zouden zijn. Deze overtuiging, verspreid door auteurs als Marc Prensky2 in het begin van de jaren 2000, stelt jongeren voor als vanzelfsprekend vaardig met nieuwe technologieën, in contrast met oudere generaties.

Maar dit flatterende beeld verdoezelt een veel genuanceerdere realiteit. Jongeren gebruiken inderdaad massaal smartphones en sociale media, maar dat betekent niet dat ze allemaal in gelijke mate de fundamentele digitale vaardigheden beheersen zoals kantoortoepassingen, het uitvoeren van administratieve procedures online, kritisch omgaan met informatie, of het zoeken naar werk via het internet.

Digibeten onder jongeren: cijfers ter ondersteuning

In België, zoals elders in Europa, volstaat digitale toegang niet om een gelijke beheersing van het gebruik te garanderen. Volgens het laatste onderzoek van het Belgisch statistisch instituut beschikt 99% van de 16-24-jarigen over een telefoon met internet.3 In vergelijking met de rest van de bevolking zijn zij de meest uitgeruste leeftijdsgroep. In tegenstelling tot de eerste digitale kloof (de toegang tot digitale apparatuur), gaat het hier eerder om een gebruikskloof.

Hoewel bijna alle jongeren een smartphone bezitten, betekent intensief gebruik niet dat ze alle essentiële toepassingen voor het maatschappelijk leven beheersen. In België bevindt 33% van de 16-24-jarigen zich in een situatie van digitale kwetsbaarheid — een cijfer dat stijgt tot 47% bij wie geen diploma secundair onderwijs heeft.4 Dit is geen geïsoleerd fenomeen: ook in Frankrijk worden dezelfde tendensen vastgesteld. Jongeren met een laag opleidingsniveau hebben significant meer moeite met online administratieve handelingen.5Het opleidingsniveau is doorslaggevend: 50% van de niet-gediplomeerden (alle leeftijden) ondervindt moeilijkheden, tegenover een veel lager percentage bij hogeropgeleiden. Jongeren zonder diploma zijn dus bijzonder kwetsbaar: ze combineren hun gebrek aan administratieve ervaring met een beperkte digitale beheersing, ondanks hun schijnbare vertrouwdheid met digitale technologie in het dagelijks leven.

Sociale ongelijkheden weerspiegelen digitale ongelijkheden

Sociologe Claire Balleys6 benadrukt dat gender, sociale afkomst, cultureel kapitaal en opleidingsniveau een grote invloed hebben op digitale praktijken. Een jongen uit een welgesteld milieu heeft niet dezelfde kansen op digitale emancipatie als een meisje uit een achtergestelde wijk. Toegang tot apparatuur, maar ook tot knowhow en een “bemiddelende” omgeving, maken het verschil.

Sociale en genderongelijkheden weerspiegelen zich in en worden bestendigd door digitale praktijken.” – Claire Balleys

Van vermaak naar digitale autonomie: een transitie in opbouw

De digitale wereld van jongeren is grotendeels gericht op ontspanning: video’s, sociale media, gaming. Deze gebruiken zijn waardevol — ze ontwikkelen creativiteit, reactievermogen en sociale vaardigheden — maar ze leiden niet automatisch tot overdraagbare vaardigheden in een professionele of maatschappelijke context.

Hoe kwetsbaarder de maatschappelijke positie, hoe sterker de digitale kloof. Jongeren die niet werken, niet studeren en niet naar school gaan, behoren vaak tot de meest digitaal uitgesloten groepen.7

En nu: hoe kunnen digitale begeleiders helpen?

De rol van digitale begeleiders is cruciaal. Zij ondersteunen jongeren naar meer kritische, autonome en inclusieve digitale praktijken. Hier zijn enkele directe actiemogelijkheden:

Het digitale ontmythologiseren

Jongeren zijn hyperconnected, maar deze verhoogde blootstelling maakt hen ook kwetsbaarder. Cijfers tonen dit aan:

  • In België verklaart 39% van de 18-24-jarigen en 21% van de 25-39-jarigen slachtoffer te zijn geweest van online beledigingen.8
  • In Frankrijk heeft 41% van de 18-24-jarigen al een online fraude of oplichting meegemaakt.9
  • In Vlaanderen twijfelt 38% van de jongeren aan de betrouwbaarheid van inhoud op sociale media, en 20% kan moeilijk een fake news onderscheiden van betrouwbare content op TikTok.10

Toch leven veel jongeren in de illusie dat ze “het allemaal zouden moeten weten omdat ze jong zijn”. Dit verschil kan hen gevangen houden in schaamte of het weigeren van hulp.

Sleutels tot actie:

  • Onthaal zonder oordeel.
  • Creëer een vertrouwensklimaat waar fouten zijn toegestaan.
  • Waardeer bestaande kennis.

Kritische en nuttige toepassingen versterken en bruggen bouwen naar kansen

Een jongere die dagelijks gamingvideo’s maakt, heeft misschien al kennis van montage, storytelling of het beheren van een YouTube-kanaal — maar hij weet niet noodzakelijk dat dit “professionele” of “vormende” waarde heeft.

Sleutel tot actie: Maak hun verborgen vaardigheden zichtbaar, help hen deze te formuleren en over te dragen in cv’s, sollicitaties of projecten.

De vraag is dus niet: “Kunnen jongeren digitale technologie gebruiken?” maar eerder: “Waarvoor kunnen ze het gebruiken, onder welke voorwaarden, met welke steun en met welk doel?”

Digitale begeleiders staan het best geplaatst om recreatief gebruik om te zetten in duurzame vaardigheden. Wanneer je met jongeren over digitaal praat, toon hen vooral dat het een emancipatiemiddel is: een ruimte om te leren, te creëren, te ondernemen en zelfstandigheid te verwerven.

Voorbeelden:

  • Online sociale steun aanvragen, zonder afhankelijk te zijn van een derde.
  • Een digitaal cv maken om professionele kansen te benutten.
  • Fake news doorprikken of een deepfake herkennen, om bewust te navigeren als burger.
  • Hun online reputatie beheren, een sleuteluitdaging voor hun persoonlijke en professionele toekomst.
  • Zich beschermen tegen oplichting (phishing, valse websites) en weten hoe te reageren op online geweld (cyberpesten, wraakporno, enz.).

Nuttige bronnen

Online sociale steun aanvragenPedagogisch materiaal rond “online administratie” op 123 Digit: : https://www.123digit.be/nl/didactische-tools/thema/registratie-its-me?0=0 
Een cv online makenZie de tools in het artikel “Optimaliseer je zoektocht naar een baan met AI: tips en voorzorgsmaatregelen
Déjouer une fake newsFrans: de module Fake News van 123Digit

Engels: Cat Park, gratis browsergame over desinformatie
Een deepfake of AI-gegenereerde afbeelding leren herkennenEngels : Detect Fakes “is een interactieve tool om gebruikers te trainen echte afbeeldingen te onderscheiden van door AI gegenereerde afbeeldingen.Engels : Which Face Is Real maakt het mogelijk twee gezichten te vergelijken om te identificeren welk door AI is gegenereerd.
Réfléchir à son e-réputationArtikel “6 tips om je e-reputatie te onderhouden
Apprendre à se protéger des arnaques en ligne Webinar 123 digit : Smartphones & Veiligheid – De risico’s die je moet kennen en vermijdenScan de scam : interactieve oefening om te leren hoe je phishingpogingen kunt herkennen
Apprendre à réagir face à la violence interpersonnelle en ligneWebinar 123Digit : Online geweldHet Belgische Cybersquad-forum van Child Focus

Conclusie

Het idee dat nieuwe generaties “natuurlijk” digitale tools beheersen, is een risicovolle mythe.

Deze veronderstelling kan digitale educatie afremmen, onder het voorwendsel dat jongeren instinctief alle vaardigheden zouden hebben door vroege blootstelling aan schermen. Vroeg contact met technologie garandeert noch kritisch gebruik, noch beheersing van essentiële vaardigheden. Deze mythe verdoezelt hardnekkige ongelijkheden in gender, opleidingsniveau en sociale achtergrond, die zich ook weerspiegelen in digitale competenties. Daarom mag dit idee geen excuus zijn voor passiviteit. Integendeel: opvoeders, bemiddelaars en digitale begeleiders hebben een sleutelrol in het bouwen van een ambitieus onderwijs- en ondersteuningskader dat aangepast is aan de realiteit en noden van álle jongeren.

Dit artikel is geschreven in het kader van het 123Digit-project, met de steun van de POD Maatschappelijke Integratie, Digilab, de Europese Unie en de Nationale Loterij. Vind onze ondersteuningstools op 123Digit.be en abonneer u op onze nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van het laatste nieuws over digitale inclusie.

Dit artikel is vertaald uit het Frans. Heeft u een spelfout of een onnauwkeurigheid in de taal opgemerkt? Laat het ons weten via contact@123digit

1Interview van Pierre Bourdieu met Anne-Marie Métailié, verschenen in Les jeunes et le premier emploi, Parijs, Association des Âges, 1978

2M Prensky, Digital Natives, Digital Immigrants, 2001

3Statbel, Utilisation des TIC auprès des ménages, 28 novembre 2024

4Koning Boudewijnstichting, Rapport over de digitale kwetsbaarheid van jongeren, 2023

5Baromètre du numérique 2024 (Labo Société Numérique) – Démarches administratives en ligne : les principales difficultés ne sont pas liées au manque de compétence numérique

6 Balleys, C., Socialisatie van adolescenten en digitaal gebruik, 2017

7Emmaüs Connect, Digitale praktijken van jongeren in sociaal-professionele integratie, 2015

8Digitale Inclusie Barometer, Koning Boudewijnstichting, 2022

9 Baromètre du numérique 2023 – e-Enfance/ARCOM

10Nieuwsbarometer

 

Een reactie achterlaten

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Gelijkaardige artikels

Back to top button